Actions

ExpressionScript - Presentatie

From LimeSurvey Manual

This page is a translated version of the page ExpressionScript - Presentation and the translation is 100% complete.
Other languages:
Deutsch • ‎English • ‎Nederlands • ‎Tiếng Việt • ‎dansk • ‎español • ‎français • ‎italiano • ‎magyar • ‎polski • ‎română • ‎slovenščina • ‎български • ‎日本語


Inleiding

In LimeSurvey wordt de nieuwe module ExpressionScript (EM) gebruikt, waarmee LimeSurvey meer complexe vertakkingen, beoordelingen, validatie en maatwerk kan ondersteunen.  Het vervangt hoe LimeSurvey de vervangingen, condities en beoordelingen op het beheerdeel beheert. Doordat er nu ook minder wordt gelezen in de database, betekent het ook een snellere werking. EM is ontworpen door Dr. Thomas White (TMSWhite).


Definities

  1. Expressie: Alles tussen accolades:
    • As er tenminste geen spatie na de opening-accolade of voor de sluit-accolade staat.
    • De inhoud van de expressie wordt verwerkt door EM, het kan mathematische functies, functies en complexe tekst en datum verwerking bevatten.
  2. Maatwerk: Ook wel "tailoring" of "piping". Het metcondities wijzigen van tekst:
    • Er is toegang tot alle te vervangen velden, deelnemersgegevens en in de enquête ingevoerde gegevens.
    • Ook toegang tot vragen, antwoorden en hun eigenschappen.
  3. Relevantievergelijking: Een vraagattribuut dat zorgt voor het wel of niet tonen van de vraag:
    • als er een relevantievergelijking is dan wordt de vraag getoond als de uitkomst ervan 'true' is.
    • Intern, alle array_filter en array_filter_exclude commando's worden relevantie op subvraag-niveau.
  4. SGQA (oude naamgeving variabelen):
    • Staat voor Survey-Group-Question-Answer
    • SGQA variabele is bijvoorbeeld 123X5X382X971, er kan een achtervoegsel van de subvraag zijn.
    • Omdat deze namen samengesteld uit de onderliggende codes van de enquête, groep,vraag en subvraag kunnen ze soms gewijzigd moeten worden
  5. Vergelijking Een vraagtype waarmee een resultaat van een berekening of een rapport opgeslagen kunnen worden in de database:
    • Het is een Boilerplate vraag, het wordt opgeslagen ook als de vraag het attribuut 'altijd verbergen' heeft.
  6. Vraagcode: De voorkeursnaamgeving:
    • Dit is een beschrijvende naam wat dus het doel van de vraag aangeeft en wat de leesbaarheid gemakkelijker maakt bij complexe constructies..
    • Een vraagcode mag niet beginnen met een nummer, dus als je je vragen wilt nummeren gebruik dan "v1", of "v1a" of "v1q2" in plaats van alleen een volgnummer.
    • Dit wordt als naam van de variabele gebruikt bij exporteren naar SPSS of R. Zorg ervoor dat je alleen unieke codes gebruikt anders heb je weinig aan die vragen als je er later een analyse van wilt maken.


Moet ik EM gebruiken?

Nee, je hoeft EM niet te gebruiken, maar als je enquête wat meer complex wordt, dan is het wel handiger.

De Conditie-editor ondersteunt bijvoorbeeld ook wat eenvoudige expressies die je bij je vragen kunt gebruiken. In EM wordt veel meer ondersteund.


Kan ik zowel condities als relevantievergelijkingen gebruiken?

Ja. Je kunt bij de ene vraag de Conditie-editor gebruiken en bij een andere een Relevantievergelijking.

Maar je kunt ze niet beide in dezelfde vraag gebruiken! Als je een conditie maakt dan gaat de expressie in de relevantievergelijking verloren. Bovendien kan het veld van de relevantievergelijking niet meer handmatig worden aangepast.

Met wat rommelen kan het je wel lukken, maar waarom zou je dat willen. Je moet dan de relevantievergelijking in een editor bewaren. Verwijder dan de nieuwe conditie in de Conditie-editor en wijzig de vraag door de expressie van de conditie gecombineerd met de bewaarde relevantievergelijking in te vullen.


Kiezen tussen conditie en relevantie

Een lijst van voordelen en nadelen van beide:

Style Voor Tegen
Condities 1. Mooie GUI voor aanmaken van eenvoudige condities.
2. GUI goede documentatie en ondersteuning
1. Alleen simpele vergelijkingen en matige "AND" of "OR" condities.
2. Nesten condities kan problemen geven
3. Langzaam, veel gebruik database bij grote enquêtes.
4. Er zijn soms problemen met herladen van condities.
5. GUI matig schalen bij dozijn, honderd of duizend vragen.
6. Langzamere conversie bij papieren enquêtes omdat er SGQA namen gebruikt moeten worden.
7. Bij complexe vertakkingen kan alleen een ervaren persoon het aanpassen.
Relevantie 1. Ondersteunt erg complexe logica met meer dan 80 ingebouwde functies en mathematische / tekst operatoren.
2. Perfecte ondersteuning in trapsgewijze logica.
3. Snel, geen extra aanroepen database, ondersteunt enquête met 1000+ vragen.
4. Herladen werkt prima omdat er geen SGQA-codes nodig zijn.
5. Syntax-highlighting schaalt tot een enquête mer meer dan 1000 vragen.
6. Gemakkelijk en eenvoudig voor groepen de papieren enquêtes willen verwerken.
7. Ondersteunt semi-gestructureerde interviews en epidemiologische enquête zonder dat je een programmeur nodig hebt.
1. Geen GUI voor eenvoudige condities - het maakt gebruikt van syntax-highlighting.


Help.png NB:

Beginnen

Je kunt het beste beginnen met EM door:

Terminologie

De mogelijkheden van ExpressionScript wordt vaak beschreven met de begrippen:

  • Relevantie gebaseerde vertakking : als een vraag relevant is stel die vraag dan en anders niet (maak de vraag bijvoorbeeld onzichtbaar en sla het op als NULL in de database). De relevantie-velden staan in het paneel van het wijzigen vragen of van een vraaggroep. Dat laatste is bedoeld om een (of meer) conditie te kunnen zetten op een hele groep zonder steeds die conditie op elke vraag te zetten en/of conditionele logica te combineren voor een groep en vraag.
  • Maatwerk : Als een vraag wordt gesteld dan kun je met maatwerk (tailoring, piping) de vraag wat opmaken. naast simpele vervangingen als {TOKEN:FIRSTNAME} gebruiken zodat daar de voornaam van de deelnemer komt kun je ook de tekst aanpassen voor werkwoorden op grond van bijvoorbeeld een aantal of het geslacht. Je kunt ook de vraag aanpassen aan een eerder gegeven antwoord van de deelnemer.
  • Vergelijkingen : Met het vraagtype Vergelijking kun je het resultaat van een expressie opslaan in de database, ook als je deze vraag verbergt. Je kunt op het resultaat van berekeningen en beoordelingen navigeren en ook rapporten opslaan.


Relevantie en trapsgewijze relevantie

Elk vraagtype heeft een optie relevantie die bepaald of de vraag moet worden gesteld. Ze worden verwerkt in de volgorde dat ze in de enquête staan. Als de expressie waar is (of ontbreekt, dit om oudere enquêtes te blijven ondersteunen) dan wordt de vraag gesteld. Als de vraag niet gesteld wordt dan wordt de waarde NULL opgeslagen. Als er geen enkele relevante vraag in de groep is, dan wordt de hele groep overgeslagen.

Als een van de variabelen in de expressie niet relevant is, dan is die vraag niet relevant. Dit is dus een trapsgewijze relevantie waardoor je niet hele lange relevantievergelijkingen voor elke vraag hoeft te schrijven.

Stel je hebt 5 vragen Q1-Q5, en je wilt alleen vraag Q2 stellen als vraag Q1 beantwoord is. Ook wil je vraag Q3 alleen stellen als vraag Q2 beantwoord is.  De relevantievergelijkingen kunnen dan zijn:

Vraag Code Relevantie Vraag
Q1 1 Wat is uw naam?
Q2 Q1 {Q1}, hoe oud bent u?
Q3 Q2 Dus u bent {Q2} jaar oud.  Bent u getrouwd?
Q4 Q3 == "Y" {Q1}, hoelang bent u getrouwd?
Q5 Q4 Hoeveel kinderen heeft u, {Q1}?


Relevantie op groepsniveau

ExpressionScript ondersteunt ook relevantie op groepsniveau. Je kunt hiermee ook een groep vragen een aantal keren herhalen. Stel je wilt van elk persoon in een huishouden iets weten ,dan kun je dus eerst vragen hoeveel personen er zijn in het huishouden en dan per persoon je vragen stellen over die persoon. Dit is dan groepsrelevantie {count >= 1}, {count >=2}, ... {count >= 10} voor elk tot de maximaal 10 eerder opgegeven aantal personen. Binnen de groep vragen heb je dan relevantie en maatwerk per vraag. De verschillende relevanties worden gecombineerd met AND om te bepalen of een vraag of groep getoond moet worden.

We hebben een voorbeeld, dat je kunt importeren.

In de onderstaande afbeelding kun je zien dat de groep Person 1 relevant is als de deelnemer samenleeft met minstens een ander persoon:


Group-level relevance example screen.png


Maatwerk

Alles tussen accolades wordt beschouwd als een expressie (met een uitzondering die hieronder wordt beschreven). Expressies kunnen beschikken over alle vervangingsvelden, alle variabelen (via verschillende aliassen), alle vergelijkingsoperatoren (rekenkundig, logisch en vergelijkend) en veel functies (die ook dynamisch op de server uitgevoerd kunnen worden).

Met deze vergelijkingen kun je dingen doen als:

  1. Conditioneel tonen van op maat gesneden berichten aan de respondenten die gebaseerd zijn op antwoorden op voorafgaande vragen.
  2. Beoordelingen maken en de resultaten daarvan conditioneel tonen (of conditioneel een vertakking maken), alles zonder de module beoordeling te gebruiken.
  3. De goede werkwoordsvormen en zelfstandige naamwoorden gebruiken in vragen, antwoorden en rapporten.
  4. Tonen van samenvattingen van antwoorden bij het einde van de enquête.


Vergelijkingen

Er is een vraagtype Vergelijking toegevoegd. Het lijkt op het Tekst scherm vraagtype, maar bij het nieuwe vraagtype wordt de waarde of wat er wordt getoond, opgeslagen in de database. Dus, als de tekst van een vergelijking vraag een berekening van een beoordeling bevat, dan wordt die waarde opgeslagen in een variabele die getoond kan worden bij statistieken.


Syntax

De uitzondering op dat alles tussen accolades een expressie is, is dat er geen spatie(s) na de begin-accolade en voor de sluit-accolade mogen staan. Dit is nodig om te voorkomen dat ExpressionScript probeert JavaScript te gaan verwerken.

NB: Expressies mogen meerdere regels bevatten, zolang er maar geen spaties staan na een openingshaakje of voor een sluithaakje. Een voorbeeld met een genest if( ) statement:

{if(is_empty(PFTotals),
 '',
 if(PFTotals >= -5 && PFTotals <= -4,
   'Heel weinig',
   if(PFTotals >= -3 && PFTotals <= -2,
     'Weinig',
     if(PFTotals == -1,
       'Minder dan normaal',
       if(PFTotals == 0,
         'Normaal',
         if(PFTotals == 1,
           'Meer dan normaal',
           if(PFTotals >= 2 && PFTotals <= 3,
             'Veel',
             if(PFTotals >= 4 && PFTotals <= 5,
               'Heel veel',
               ''
             )
           )
         )
       )
     )
   )
 )
)}

ExpressionScript heeft als syntax:

  • Alle standaard mathematische operatoren (bijv. +,-,*,/,!)
  • Alle standaard vergelijkingen (<,<=,==,!=,>,>=, en ook hun tegenhangers: lt, le, eq, ne, gt, ge)
  • Haakjes (voor een subexpressie)
  • Conditionele operatoren (bijv. &&,| | en de tegenhangers: and, or);
  • Enkele en dubbele quotes in teksten
  • Komma operator (als scheidingsteken tussen meerdere expressies en dan alleen het eindresultaat teruggeven)
  • Toekenning operator (=)
  • Voorgedefinieerde variabelen (referentie naar een vraag, een vraagattribuut of een antwoord): bijv, de SGQA identifier
  • Voorgedefinieerde functies


Operatoren

De volgorde van verwerken van operatoren is normaal.

Niveau Operator(en) Beschrijving
1 () haakjes voor groepen en functies
2 ! - + een varibele: not, negation, unary-plus
3 * / vermenigvuldigen, delen
4 + - optellen,aftrekken
5 < <= > >= lt le gt ge relatieve vergelijkingen
6 == != eq ne gelijkheid vergelijkingen
7 and logische AND
8 or logische OR
9 = toekennen operator
10 , komma operator
Help.png Om JavaScript en PHP gelijk te laten werken, werkt de plus operator (+) als optellen als beide velden numeriek zijn en als samenvoegen als beide velden niet numeriek (strings) zijn. Je kunt beter de join( ) functie gebruiken voor het samenvoegen want dan is de bedoeling duidelijker en voorkomt onverwachte resultaten als de invoer afwijkt van wat je verwacht.

Waarschuwing met niet-overeenkomend nummer en string en alfabetische / numerieke vergelijking

Wanneer je waarden wilt vergelijken met relatieve of gelijkheid, let dan op mismatch. De door de gebruiker ingevoerde waarde of de geselecteerde antwoordcode kan als getal worden gebruikt als het duidelijk een getal is. Als je een van de waarden omringt met " : forceer je een vergelijking als tekst. Als je wilt vergelijken als getal, zet het getal dan niet tussen " .

Voorbeeld: Q0.NAOK > "50" is TRUE als Q0.NAOK een numerieke vraag is met 9 als waarde. Dit komt omdat de operator > ervan uitgaat dat het een alfabetische vergelijking is en dus geen numerieke vergelijking.

Om er zeker van te zijn dat de invoer als getallen worden vergeleken kun je het volgende doen intval(Q0.NAOK) > 50, bedenk dat als Q0.NAOK geen getal is (leeg of een string), dat dan intval(Q0.NAOK) === 0. Gebruik om als strings te vergelijken ("A" < "B") strcmp : strcmp(Q0.NAOK,"B") of strcmp(Q0.NAOK,"A5").

Uitkijken met gebruik operator (=)

Probeer het gebruik van de toekenningsoperator te vermijden, het kan onverwachte bijeffecten hebben. Als je bijvoorbeeld het antwoord van een vorige vraag aanpast wordt de trapsgewijze relevantie en validatie tussen die vraag en de huidige vraag niet opnieuw bepaald. Dit kan dus tot inconsistente gegevens leiden (vragen die ingevuld blijven in plaats van gewist worden, of vragen die verplicht geworden zijn maar niet gesteld zijn). Als je een variabele een waarde wil geven gebruik dan een vraag met het vraagtype vergelijking. Als je de toekenning echt nodig hebt dan is het wel mogelijk.

Om het gebruik van de operator toekennen wat duidelijker aan te geven, tonen we het in rode tekst in de syntaxvergelijking. (Verwar deze operator niet met de gelijkheidsvergelijking "==".)


Example assignment operator.png


Gebruik toekenningsoperator

De belangrijkste redenen om deze operator te gebruiken:

  • Je wilt een standaardwaarde zetten voor een vraag, waar dat niet met een expressie kan (een radiolijst, waar kun je een van de antwoorden selecteren maar geen vergelijking kan invoeren).  Wees voorzichtig, want LimeSurvey kan niet valideren dat je vergelijking een goed antwoord voor die vraag oplevert.
  • Je wilt het antwoord van een vorige vraag aanpassen op grond van een later gegeven antwoord.
  • enz.


Important.png  Attentie : De toekenning wordt alleen in PHP gedaan. Dit betekent dat de waarde niet op dezelfde pagina wordt bijgewerkt, maar pas wanneer de gebruiker naar een andere pagina gaat. Let daarom op wanneer de operator op dezelfde pagina wordt gebruikt met andere expressies.



Je kunt voor dit doel ExpressionScript gebruiken, maar het is beter om het vraagtype vergelijking te gebruiken.

Voorbeeld:

  • Zet het antwoord op een korte tekstvraag in kleine letters : {QCODE=strtolower(QCODE.NAOK)}
  • Zet een standaardantwoord voor het vraagtype array bij het starten van de enquête : {Q1_SQ1=(is_empty(Q1_SQ1.NAOK),"A99",Q1_SQ1.NAOK)}
  • Zet een standaardantwoord voor het vraagtype array (tekst) bij het begin van de enquête : {Q1_SQY1_SQX1 = (is_empty(Q1_SQY1_SQX1.NAOK),"Inserted answer", Q1_SQY1_SQX1.NAOK)}
  • Zet een conditie op een antwoord: {QCODE=if(YesNo="Y","A1","")}

XSS beveiliging

Als XSS is ingeschakeld kunnen enkele delen van ExpressionScript niet worden gebruikt:

  • een HTML-tag in een expressie laten starten en in een andere afsluiten.
  • een URL in de expressie.


Help.png NB: standaard iS XSS ingeschakeld!


Voorbeeld en alternatief

  • {if( 1 ,"<strong>","")}information{if( 1, "</strong>","")} is gebroken met XSS-beveiliging, je kunt hier gebruiken {if(1,"<strong>information</strong>","information")}
  • <a href="/script.php?value={if(QCODE == "Y","yes","no")}">next</a>, hier kun je een vergelijkingsvraag gebruiken omdat een het gebruik van een volledige vraagcode is toegestaan : <a href="/script.php?value={EQUATION.NAOK}">next</a>


Toegang tot variabelen

ExpressionScript geeft alleen leesrecht op de beschikbare variabelen. Om voorgaande versies te blijven ondersteunen, is er toegang tot:

  • TOKEN:xxx - de waarde van een TOKEN (bijvoorbeeld TOKEN:FIRSTNAME (voornaam), TOKEN:ATTRIBUTE_5 (attribuut_5)) (Alleen voor NIET anonieme enquêtes.)
  • INSERTANS:SGQA - de te tonen waarde van een antwoord, bijvoorbeeld "Ja". Gelijk aan het gebruik van {QCODE.shown}.
  • Alle {XXX} waarden gebruikt in sjablonen
  • In de vraagtekst, kun je {QID} gebruiken voor het ID van de vraag en {SGQ} voor de SGQA van de vraag.

Je kunt in ExpressionScript ook refereren aan de vragen met de vraagcode (de kolom 'titel' in de database-table questions). Dit is ook het label dat bij het exporteren van gegevens naar SPSS, R en SAS wordt gebruikt. Als je een vraag hebt over naam, leeftijd en geslacht dan kun je die variabelen ook "naam", "leeftijd" en "geslacht"noemen en niet 12345X13X22, 12345X13X23 en 12345X13X24. Dat maakt het lezen van vergelijkingen fijner en het valideren duidelijker, ook is het verplaatsen van vragen eenvoudiger omdat je niet meer afhankelijk bent van volgnummertjes van een vraag of groep.

Belangrijk: Het is veiliger om alleen variabelen te gebruiken die op voorgaande pagina's of vragen aangemaakt zijn.

Je kunt verder nog de eigenschappen van de vraag lezen:


Syntax Betekenis Voorbeeld Resultaat
Qcode alias voor Qcode.code {implode(',',name,gender)} 'Tom','M'
Qcode.code de geselecteerde antwoordcode bij de vraag als die relevant is (anders leeg) of de tekstwaarde als het geen gecodeerde vraag is {implode(',',name.code,gender.code)} 'Tom','M'
Qcode.NAOK als Qcode : zie discussie bij NAOK {gender.NAOK} 'M'
Qcode.value de beoordelingswaarde voor de vraag als die relevant is (anders leeg) of de tekstwaarde als het geen gecodeerde vraag is {gender.value} '1'
Qcode.valueNAOK als Qcode.value : zie discussie bij NAOK {gender.valueNAOK} '1'
Qcode.shown de getoonde waarde bij de vraag {implode(',',name.shown,gender.shown)} 'Tom','Male'
Qcode.question de vraagtekst {gender.question} 'What is your gender?'
Qcode.mandatory of de vraag verplicht is (Y/N) {gender.mandatory} 'N'
Qcode.qid interne vraagnummer (niet het volgnummer) {gender.qid} 337
Qcode.type het vraagtype {gender.type} 'G'
Qcode.jsName de JavaScript naam van de vraag, ongeacht of die op deze pagina is gedeclareerd {gender.jsName} 'java1827X3X337'
Qcode.gid interne groepsnummer (niet het volgnummer) {gender.gid} 3
Qcode.qseq het volgnummer van de vraag, beginnend met 0 {gender.qseq} 5
Qcode.gseq het volgnummer van de groep, beginnend met 0 {gender.gseq} 1
Qcode.relevanceStatus is de vraag nu relevant (0 of 1) {gender.relevanceStatus} 1
Qcode.relevance de relevantievergelijking van de vraag {gender.relevance} '!is_empty(name)'
Qcode.grelevance de relevantievergelijking van de groep {gender.grelevance} 'num_children >= 5'
Qcode.sgqa de SGQA-code van de vraag {gender.sgqa} '1827X3X337'


HTML-editor probleem

Als je de HTML-editor gebruikt worden sommige tekens vervangen door HTML.

  • & door &amp;
  • < door &lt;
  • > door &gt;

Als je de HTML-editor gebruikt, gebruik dan:

  • and voor &
  • lt voor <
  • le voor <=
  • gt voor >
  • ge voor >=


Wij raden aan dat je in je expressie geen HTML gebruikt. Als je de LimeSurvey HTML-editor gebruikt, klik dan op de knop "Source" (linksboven) en verwijder alle tekens die niet bij je expressie horen (bijv.:

,
, ...).

Naamgeving Qcode Variabele

Dit zijn de details per vraagtype die je nodig hebt om een Qcode te maken (en enkele eigenschappen te benaderen).  In het algemeen worden Qcodes samengesteld als volgt:

 VraagCode . '_' . SubvraagID . '_' . SchaalId

Voor commentaar en anders zijn de overeenkomende vraagcodes resp. VraagCode_comment en VraagCode_other.

Type Beschrijving Code Subvraag Antwoordopties Schalen Antwoordcode Antwoord getoond Relevantie
5 5-puntskeuze Q1 1-5 {Q1} {Q1.shown} {Q1==3}
B Array (10-puntskeuze) Q2 L1-L6 1-10 {Q2_L2} {Q2_L2.shown} {Q2_L2==7}
A Array (5-puntskeuze) Q3 1-5 1-5 {Q3_1} {Q3_1.shown} {Q3_1>=3}
1 Array dubbele schaal Q4 sq1-sq5 0:a1-a3 1:b1-b3 {Q4_sq1_0} {Q4_sq1_1.shown} {Q4_sq1_1=='b2'}
H Array - kolommen Q5 1-5 s,m,t {Q5_1} {Q5_1.shown} {Q5_1=='s'}
F Array - rijen Q6 F1-F5 1-5 {Q6_F3} {Q6_F3.shown} {Q6_F3==4}
E Array (Meer/Gelijk/Minder) Q7 1-7 I,S,D {Q7_4} {Q7_4.shown} {Q7_4=='D'}
: Array (getallen) Q8 ls1,todo,ls2 min,max,avg {Q8_ls1_max} {Q8_ls2_avg.shown} {Q8_ls2_min==7}
; Array (teksten) Q9 hp,st,sw 1st,2nd,3rd {Q9_hp_3rd} {Q9_hp_3rd.shown} {Q9_hp_3rd=='Peter'}
C Array (Ja/Nee/Weet niet) Q10 1-5 Y,N,U {Q10_1} {Q10_1.shown} {Q10_3=='Y'}
X Boilerplate Q11 {Q11.shown}
D Datum Q12 {Q12} {Q12.shown}
* Vergelijking Q13 {Q13} {Q13.shown} {Q13>5}
~124~ Bestandsupload Q14 {Q14} {Q14>0}
G Geslacht Q15 M,F {Q15} {Q15.shown} {Q15=='M'}
U Extra lange vrije tekst Q16 {Q16} {Q16.shown} {strlen(Q16)>100}
I Taalkeuze Q17 {Q17} {Q17.shown} {Q17=='en'}
! Lijst (Dropdown) Q18 1-5 {Q18} {Q18.shown} {Q18==3}
L Lijst (Dropdown) / Radioknoppen Q19 A-Z {Q19} {Q19.shown} {Q19=='X'}
O Lijst (Dropdown) met opmerkingen Q20 A-F {Q20},{Q20comment} {Q20.shown} {Q20=='B'}
T Lange vrij tekst Q21 {Q21} {Q21.shown} {strstr(Q21,'hello')>0}
M Meerkeuzevraag Q22 A-F, other {Q22_E}, {Q22_other} {Q22_E.shown}, {Q22_other.shown} {Q22_E=='Y'}
P Meerkeuzevraag met opmerkingen Q23 A-F {Q23_D}, {Q23_Dcomment} {Q23_D.shown} {!is_empty(Q23)}
K Meervoudige numerieke invoer Q24 self,mom,dad {Q24_self} {Q24_self.shown} {Q24_self>30}
Q Meerkeuzevraag met opmerkingen Q25 A-F {Q25_B} {Q25_B.shown} {substr(Q25_B,1,1)=='Q'}
N Numerieke invoer Q26 {Q26} {Q26.shown} {Q26 > 30}
R Rangschikken Q27 1-4 {Q27_1} {Q27_1.shown} {Q27_1==3}
S Korte vrije tekst Q28 {Q28} {Q28.shown} {Q28=='mine'}
Y Ja/Nee Radioknoppen Q29 {Q29} {Q29.shown} {Q29=='Y'}


Het gebruik van NAOK

NAOK --> "Not Applicable" (Niet van toepassing) is OK (goed)


Bij gebruik van NAOK zijn sommige variabelen niet meer van belang, ("Not Applicable OK").

Voorbeeld : count(Q1_SQ1,Q1_SQ2,Q1_SQ3,Q1_SQ4) geeft altijd een lege string als een subvraag van Q1 wordt gefilterd. Om het aantal gecontroleerde subvragen in dergelijke vraag te tellen: count(Q1_SQ1.NAOK,Q1_SQ2.NAOK,Q1_SQ3.NAOK,Q1_SQ4.NAOK). Indien de subvraag is verborgen heeft ExpressionScript een lege string terug.

Zonder NAOK : als een vraag of een subvraag is verborgen, geeft ExpressionScript een lege string terug, dat komt overeen met false.

Bij .shown wordt altijd het NAOK-systeem gebruikt (lege string als verborgen). Als u de antwoordcode wilt hebben, is het altijd goed om .NAOK toe te voegen aan de vraagcode.

Meer informatie over overriding trapsgewijze condities.


Gereserveerde variabelen ('this','self','that')

Je wilt vrij vaak alle delen van een vraag evalueren, zoals hoeveel subvragen zijn beantwoord of de totalen van de scores bepalen. Soms wil je alleen bepaalde rijen of kolommen verwerken van een vraag (bepalen van de som van een rij en kolom en dat getal opslaan in de database).  De gereserveerde variabelen vereenvoudigen dat.


"This" variabele

De "this" variabele wordt alleen gebruikt in de opties "hele vraag validatievergelijking" en "subvraag validatievergelijking" (de laatste kan niet via de GUI). Het wordt geëxpandeerd naar de variabele-namen voor elke cel binnen die vergelijkingen. Als je dus wilt controleren of elke invoer groter dan drie is, dan kun je de "Subvraag validatievergelijking" zetten op (this > 3).


"Self" variabele

De "self" en "that" variabele zijn krachtiger, ze zijn macro's die uitgevoerd worden voordat de vergelijkingen verwerkt worden.  De syntax is:

  • self
  • self.suffix
  • self.sub-selector
  • self.sub-selector.suffix
  1. suffix is een van de normale qcode achtervoegsels (NAOK, value, shown)
  1. sub-selector kan een van het volgende zijn:
  • commentaar : alleen subvragen met commentaar (bijv., meerkeuzevraag met opmerkingen en lijst met opmerkingen)
  • geen opmerkingen : alleen subvragen die geen opmerkingen zijn
  • sq_X : waar X is een rij of kolom identifier. Alleen subvragen die overeenkomen met patroon X worden geselecteerd. Als de zoek is gedaan op gehele code dan worden ook de subvragen gevonden nX, X, Xn (als je gebruikt sq_1, subvragen a1, 1a, 1, 11 of 001 zijn toegevoegd). Bij het vraagtype dubbele schaal is de subvraagcodes zijn QCODE_SQCODE_1 en QCODE_SQCODE_1 en bij vraagtype rangschikken QCODE_1,QCODE_2 ....

Voorbeelden:

  • Is elk deel van de vraag beantwoord?  {count(self.NAOK)>0}
  • Wat is de beoordelingsscore voor deze vraag?  {sum(self.value)}

Je kunt dit ook gebruiken om rij- en kolomtotalen te bepalen.  Stel je hebt een array met rijen A-E en kolommen 1-5.

  • Wat is het totaal?  {sum(self.NAOK)}
  • Wat is het totaal van rij B?  {sum(self.sq_B.NAOK)}
  • Wat is het totaal van kolom 3? {sum(self.sq_3.NAOK)}


"That" variabele

De "that" variabele is als de "self" variabele, maar je kunt refereren aan andere vragen. De syntax is:

  • that.qname
  • that.qname.suffix
  • that.qname.sub-selector
  • that.qname.sub-selector.suffix

qname is de naam van de vraag zonder de extensie van een subvraag.  Dus als een je vraag 'q1' hebt, dan is dat de qname.

Voorbeelden:

  • Is elk deel van de vraag q1 beantwoord?  {count(that.q1.NAOK)>0}
  • Wat is de beoordelingsscore voor q2?  {sum(that.q2.NAOK)}
  • Wat is het totaal van q3? {sum(that.q3.NAOK)}
  • Wat is het totaal van rij C in q4?  {sum(that.q4.sq_C.NAOK)}
  • Wat is het totaal van kolom 2 in q4? {sum(that.q4.sq_2.NAOK)}

De self en that variabelen kunnen worden gebruikt in elke relevantie, validatie of maatwerk.

De valkuil is dat als je toon logica bestand gebruikt, je dan de geëxpandeerde waarde ziet van "self" en "that".  Je ziet dan dus de actuele vergelijking die gegenereerd wordt zodat je (en EM) kunt valideren of de variabelen bestaan. Omdat je dan hele lange vergelijkingen kunt zien, kan dat verwarrend zijn. Als je de vraag gaat wijzigen, zie je wel de originele vergelijking met de variabelen "self" en/of "that".

Help.png Je moet deze variabelen niet gebruiken als je
  • expliciet elke variabele in de vergelijking wilt benoemen, of
  • variabelen gebruikt zonder subvragen.
In die gevallen is het gebruik van 'that' wat nutteloos, en loop je het risico op onverwachte resultaten.

Toegang tot functies

ExpressionScript ondersteunt het gebruik van de onderstaande functies inclusief door de gebruiker gedefinieerde functies. Je kunt dus zelf functies toevoegen. Het heeft PHP en JavaScript tegenhangers voor de onderstaande functies, zodat ze op de server (PHP) en de cliënt (JavaScript) gelijk werken. Je kunt eenvoudig functies toevoegen.


Geïmplementeerde functies

De volgende functies zijn beschikbaar:

Functie Betekenis Syntax
abs Absolute waarde getal abs(number)
acos Arccosinus getal acos(number)
addslashes Backslashes toevoegen string addslashes(string)
asin Arcsinus getal asin(number)
atan Arctangens getal atan(number)
atan2 Arctangens van 2 variabelen getal atan2(number, number)
ceil Afronden naar boven getal ceil(number)
checkdate Resultaat true (1) als het een geldige datum is in gregoriaanse kalender boolean checkdate(month,day,year)
convert_value Omzetten numerieke waarde met invoertabel en uitvoertabel met numerieke waarden getal convert_value(fValue, iStrict, sTranslateFromList, sTranslateToList)
cos Cosinus getal cos(number)
count Tel aantal beantwoorde vragen in de lijst getal count(arg1, arg12, ..., argN)
countif Tel het aantal beantwoorde vragen in de lijst gelijk aan het eerste argument getal countif(matches, arg1, arg2, ... argN)
countifop Tel het aantal beantwoorde vragen in de lijst die aan de criteria voldoen (arg op waarde) getal countifop(op, value, arg1, arg2, ... argN)
date Maak een datum/tijd string date(format [, timestamp=time()])
exp Bereken de e-exponent getal exp(number)
fixnum Toon getallen met komma als decimaalteken indien nodig string fixnum(number)
floor Afkappen getal floor(number)
gmdate Maak een GMT datum/tijd string gmdate(format [, timestamp=time()])
html_entity_decode Converteer HTML (altijd met ENT_QUOTES en UTF-8) string html_entity_decode(string)
htmlentities Converteer naar HTML (altijd ENT_QUOTES en UTF-8) string htmlentities(string)
expr_mgr_htmlspecialchars Converteer speciale tekens naar HTML (altijd ENT_QUOTES en UTF-8) string htmlspecialchars(string)
expr_mgr_htmlspecialchars_decode Converteer speciale HTML naar tekens terug (altijd ENT_QUOTES en UTF-8) string htmlspecialchars_decode(string)
idate Maak een datum/tijd aan als integer string idate(string [, timestamp=time()])
if Excel-style if(test,result_if_true,result_if_false) if(test,result_if_true,result_if_false)
implode Array omzetten naar string string implode(glue,arg1,arg2,...,argN)
intval Bepaal integer waarde van een variabele int intval(number [, base=10])
is_empty Bepaal of een variabele leeg is boolean is_empty(var)
is_float Bepaal of het type van een variabele float is boolean is_float(var)
is_int Bepaal of het type van een variabele integer is boolean is_int(var)
is_nan Bepaal of de waarde geen getal is boolean is_nan(var)
is_null Bepaal of de waarde van een variabele NULL is boolean is_null(var)
is_numeric Bepaal of een variabele een getal of een numerieke string is boolean is_numeric(var)
is_string Bepaal of het type van een variabele string is boolean is_string(var)
join Een string maken van argumenten join(arg1, arg2, ... argN)
list Geeft een csv-lijst van niet lege waarden string list(arg1, arg2, ... argN)
listifop (Nieuw in 3.16.1) Maak een 'glue'-gescheiden lijst van het gespecifeerde vraageigenschap (retProp) van vragen in de lijst die aan de criteria voldoen (cmpProp op value) string listifop(cmpProp, op, value, retProp, glue, sgqa1, sgqa2, ... sgqaN)
ltrim Verwijder spaties (of andere tekens) aan de linkerkant van de string string ltrim(string [, charlist])
max Zoek hoogste waarde getal max(arg1, arg2, ... argN)
min Zoek laagste waarde getal min(arg1, arg2, ... argN)
mktime Bepaal UNIX timestamp van een datum (alle 6 argumenten zijn optioneel) number mktime([hour [, minute [, second [, month [, day [, year ]]]]]])
modulo-function Nog niet ondersteund. Gebruik de functie floor() floor(x/y)==(x/y)
nl2br Voeg HTML line-breaks toe voor alle newlines in een string string nl2br(string)
number_format Geef een getal met gegroepeerde duizendtallen string number_format(number)
pi Geef de waarde van pi getal pi()
pow Exponentiële expressie getal pow(base, exp)
quoted_printable_decode Converteer een quoted-printable string naar een 8-bit string string quoted_printable_decode(string)
quoted_printable_encode Converteer een 8 bit string naar een quoted-printable string string quoted_printable_encode(string)
quotemeta Quote meta-karakters string quotemeta(string)
rand Genereer een willekeurig geheel getal, lees dit voorbeeld int rand() OR int rand(min, max)
regexMatch Vergelijkt een string met een reguliere expressie boolean regexMatch(pattern,input)
round Rond een getal af met een optioneel op te geven precisie getal round(val [, precision])
rtrim Verwijder spaties (of andere tekens) aan de rechterkant van een string string rtrim(string [, charlist])
sin Sinus getal sin(arg)
sprintf Geef een geformatteerde string string sprintf(format, arg1, arg2, ... argN)
sqrt Wortel getal sqrt(arg)
stddev Bepaal de standaarddeviatie van de lijst argumenten getal stddev(arg1, arg2, ... argN)
str_pad Aanvullen van een string tot een bepaalde lengte met een andere string string str_pad(input, pad_length [, pad_string])
str_repeat Herhaal een string string str_repeat(input, multiplier)
str_replace Vervang alle voorkomens van een string door een andere string string str_replace(search, replace, subject)
strcasecmp Hoofdletter onafhankelijk strings vergelijken int strcasecmp(str1, str2)
strcmp Strings vergelijken int strcmp(str1, str2)
strip_tags HTML en PHP tags verwijderen uit een string string strip_tags(str, allowable_tags)
stripos Zoek positie waar een unicode string voor het eerst voorkomt (hoofdletter onafhankelijk, begint met 0, geeft false terug indien niet gevonden) int stripos(haystack, needle [, offset=0])
stripslashes Verwijder quotes uit een string met quotes string stripslashes(string)
stristr Hoofdletter onafhankelijk strstr string stristr(haystack, needle [, before_needle=false])
strlen Bepaal lengte string int strlen(string)
strpos Zoek positie waar een string voor het eerst voorkomt int strpos(haystack, needle [ offset=0])
strrev Omkeren van een string string strrev(string)
strstr Zoek eerste voorkomen van een string string strstr(haystack, needle[, before_needle=false])
strtolower In kleine letters zetten string strtolower(string)
strtotime Engelse datetime beschrijving omzetten in een Unix-timestamp int strtotime(string)
strtoupper In hoofdletters zetten string strtoupper(string)
substr Geef een deel van een unicode string string substr(string, start [, length])
sum Bepaal de som van de waarden in een array getal sum(arg1, arg2, ... argN)
sumifop Bepaal de som van de waarde van de beantwoorde vragen in de lijst die aan de criteria voldoen (arg op waarde) getal sumifop(op, value, arg1, arg2, ... argN)
tan Tangens getal tan(arg)
time Geef het huidige UNIX-timestamp getal time()
trim Verwijder spaties (of andere tekens) aan de beide kanten van de string string trim(string [, charlist])
ucwords Maak van elke eerste karakter van elke woord in een string een hoofdletter string ucwords(string)
unique Geeft true als alle niet lege antwoorden uniek zijn boolean unique(arg1, ..., argN)
Help.png Klik hier voor een uitleg over functies die nog ontwikkeld worden (of worden overwogen).

Functie in expressie aanmaken met plugin (Nieuw in 4.0.0)

Als je een functie in een expressie nodig hebt die nog niet bestaat, dan kun je deze zelf aanmaken met een plugin. Hiervoor is het event expressionManagerStart beschikbaar.

ExpressieScript weet wat de lokale variabelen zijn

Om de JavaScript op een pagina goed op te bouwen, moet EM weten welke variabelen op de pagina staan en wat hun JavaScript-id is (bijvoorbeeld voor document.getElementById(x)).  Het moet ook weten welke variabelen op andere pagina's worden gebruikt (zodat het zeker is dat de nodige <input type='hidden' value='x'> velden aanwezig en gevuld zijn).


Trapsgewijze condities

Als een van de variabelen niet relevant is, wordt de hele vergelijking niet relevant (false).  Bijvoorbeeld, in de onderstaande tabel betekent N/A dat een van de variabelen niet relevant was.


Operator Voorbeeld a b Resultaat
+ (unary) +a N/A false
! !a N/A false
== (of eq) a == b N/A 5 false
== (of eq) a == b N/A 0 false
== (of eq) a == b N/A N/A false
!= (of ne) a != b N/A 5 false
!= (of ne) a != b N/A N/A false
!= (of ne) a != b N/A 0 false
> (of gt) a > b N/A 5 false
>= (of ge) a >= b N/A 5 false
< (of lt) a < b N/A 5 false
<= (of le) a <= b N/A 5 false
and a and b N/A 5 false
and a and b N/A N/A false
or a or b N/A N/A false
or a or b N/A 5 false
+ a + b N/A 5 false
* a * b N/A 5 false
/ a / b 5 N/A false
() (a) N/A false
(exp) (a && b) N/A 5 false
(exp) op (exp) (b + b) > (a && b) N/A 5 false
functie sum(a,b,b) N/A 5 false
functie max(a,b) N/A 5 false
functie min(a,b) N/A 5 false
functie implode(', ',a,b,a,b) N/A 5 false
functie if(a,a,b) N/A 5 false
functie is_empty(a) N/A false
functie is_empty(a) 0 (of leeg) true
functie !is_empty(a) N/A false


Overslaan trapsgewijze condities

Stel je wilt een lopend totaal tonen van alle relevante antwoorden.  Je kunt de vergelijking {sum(q1,q2,q3,...,qN)} proberen.  Echter dit wordt intern vertaald naar LEMif(LEManyNA('q1','q2','q3',...,'qN'),,sum(LEMval('q1'),LEMval('q2'),LEMval('q3'),...,LEMval('qN'))).  Dus als een van de waarden q1-qN niet relevant is, krijg je altijd als resultaat false.  De sum() is zolang niet alle vragen zijn beantwoord altijd 0.

Om dit probleem te voorkomen, kan elke variabele een achtervoegsel ".NAOK" krijgen (dat betekent dat niet toepasbaar goed is Not Applicable is OK). Dat leidt dan tot het volgende gedrag.  Stel je hebt een variabele q1.NAOK

  1. q1 wordt niet toegevoegd aan de LEManyNA() clause
  2. LEMval('q1') blijft controleren of het antwoord relevant is en geeft "" terug als het niet relevant is (dus individuele niet relevante antwoorden worden overgeslagen, maar ze hebben geen invloed op de gehele expressie).

Dus de te gebruiken vergelijking voor het lopende totaal is: sum(q1.NAOK,q2.NAOK,q3.NAOK,...,qN.NAOK).

Met het gebruik van de suffix NAOK kun je een enquête ontwerpen die meerdere mogelijke paden heeft die later weer samenkomen. Stel dat onderwerpen in een enquête op een onverwachte manier worden ingevuld. Je kunt dan aangeven als maker aan de gebruiker dat er een vreemd resultaat is en ze vragen of ze door willen gaan met invullen. Als ze door willen gaan dan gaat de enquête natuurlijk door. De conditie voor de overige vragen worden dan gecontroleerd of de antwoorden binnen de verwachte antwoorden vallen OF dat er sprake is van een vraag die afhankelijk is van de vraag die 'doorgedrukt' is.

Hoe wordt conditioneel micro-maatwerk ondersteund?

Dit is een voorbeeld van micro-maatwerk (waar Vraagtype == 'expr' betekent als het vraagtype vergelijking is):


Vraagcode Relevantie Vraagtype Vraag (Engels als in het voorbeeld)
name 1 text What is your name?
age 1 text How old are you?
badage !is_empty(age) expr {(age<16) or (age>80)}
agestop badage message Sorry, {name}, you are too {if( (age<16),'young',if( (age>80),'old','middle-aged') ) } for this test.
kids !badage yesno Do you have children?
parents 1 expr {!badage && kids=='Y'}
numKids parents text How many children do you have?
kid1 parents && numKids >= 1 text How old is your first child?
kid2 parents && numKids >= 2 text How old is your second child?
kid3 parents && numKids >= 3 text How old is your third child?
kid4 parents && numKids >= 4 text How old is your fourth child?
kid5 parents && numKids >= 5 text How old is your fifth child?
sumage 1 expr {sum(kid1.NAOK,kid2.NAOK,kid3.NAOK,kid4.NAOK,kid5.NAOK)}
report parents text {name}, you said you are {age} and that you have {numKids}.  The sum of ages of your first {min(numKids,5)} kids is {sumage}


Bovenstaand voorbeeld in het Engels met aantal kinderen downloaden.

Al deze vragen kunnen op dezelfde pagina (dus in een groep), alleen de relevante vragen worden getoond. Bovendien wordt, als de leeftijden van de kinderen worden ingevoerd, de sum() expressie in de laatste vraag dynamisch op de pagina gewijzigd.

ExpressionScript zorgt voor deze functionaliteit door elke expressie in een <span> element met een bepaalde naam te zetten. Elke keer als een waarde wijzigt wordt de expressie in dat <span> element opnieuw bepaald.  Er is geen beperking in het aantal van dergelijke micro-maatwerk expressies op een pagina.


Syntax markeren

Als ondersteuning bij het invoeren en valideren van expressies wordt de syntax met kleur gemarkeerd volgens de regels:

Manieren van markeren en hun betekenis

Kleur Voorbeeld Betekenis Tooltip Toelichting
tan background Sample de hele vergelijking geen Alles binnen accolades wat een vergelijking is, zal gekleurd worden met een taankleurige achtergrond om het te onderscheiden van de omliggende tekst
bold red text Sample Een fout uitleg over een fout Onbekende variabele of fout in functie, enz. Enquête kan stuk zijn gelopen, mogelijk niet alles getoond aan deelnemer
blue text Sample functie naam betekenis en syntax De naam van functie, of wat een functie zou moeten zijn omdat het gevolgd wordt door een openingshaak, wordt getoond in vette blauwe tekst
grey text Sample string geen Strings worden getoond als grijze tekst
cyan text Sample variabele gezet op dezelfde pagina [naam of SGQA code]: vraag; waarde; antwoordlijst met codes voor elke waarde Elke variabele die gezet is op dezelfde pagina voor de huidige vraag wordt in de kleur cyaan getoond om aan te geven dat het in JavaScript kan worden gewijzigd. De tooltip toont de naam (als je gebruikt hebt INSERTANS:xxx) of SGQA code (nieuwe naamgeving), de vraag, de huidige waarde (of leeg). Als het vraagtype antwoord(en) verwacht uit een waardelijst, dan wordt de koppeling van de codes naar de te tonen waarden getoond.
green text Sample Variabele gezet op een voorafgaande pagina [naam of SGQA code]: vraag; waarde; antwoordlijst met codes voor elke waarde Deze variabelen worden getoond als vette groene tekst. De tooltip toont de naam (als je gebruikt hebt INSERTANS:xxx) of SGQA code (nieuwe naamgeving), de vraag, de huidige waarde (of leeg). Als het vraagtype antwoord(en) verwacht uit een waardelijst, dan wordt de koppeling van de codes naar de te tonen waarden getoond.
bold pink text Sample variabele gezet op een latere pagina in het algemeen, leeg bij start maar kan gevuld worden door index of teruggaan [naam of SGQA code]: vraag; waarde; antwoordlijst met codes voor elke waarde Deze variabelen worden getoond als vette roze tekst. De tooltip toont de naam (als je gebruikt hebt INSERTANS:xxx) of SGQA code (nieuwe naamgeving), de vraag, de huidige waarde (of leeg). Als het vraagtype antwoord(en) verwacht uit een waardelijst, dan wordt de koppeling van de codes naar de te tonen waarden getoond.
bold tan text Sample vervangingswaarde de waarde Lime Replacement Strings (als {TOKEN:xxx}, {PRIVACY_MESSAGE}) worden als vette taankleurige tekst getoond.
red text Sample toekenning operator (=) waarschuwing Als je de toeken operator (=) gebruikt dan wordt die als rode tekst getoond. Dit is bedoeld als waarschuwing tegen het per ongeluk wijzigen van waarden, terwijl je misschien iets wou vergelijken a == b in plaats van a de waarde van b geven a = b.
normal black text Sample leestekens geen Alle andere leestekens binnen de expressie wordt als gewone zwarte tekst getoond.
red-boxed text vette rode lijn om de fout syntax fout Beschrijving van de fout Elke fout wordt getoond door er een rode lijn omheen te zetten. Voorbeelden: fout met haakje, onbekende functie gebruikt, verkeerd aantal parameters bij een functie, fout met expressie (bijvoorbeeld: ontbrekende operator tussen variabelen), het proberen een alleen-lezen variabele een waarde te geven, waarde toekennen aan niet variabele, of niet ondersteund syntax gebruik. LET OP: als er een fout getoond wordt dan kan er mogelijk in die expressie nog een fout zitten. Als er meerdere fouten zijn wordt er minstens een fout getoond.


Help.png Met tooltips bedoelen we de tekst die in een pop-up getoond wordt als je met de muis over bepaalde functies en variabelen heen gaat.


Leesvoer

ExpressionScript voorbeeld enquêtes

Uitwerkingen en manier van aanpak

Voorbeelden

Referentie voor ontwikkelaars

Voortgang